’s Morgens eerst bloedprikken en een uur later controle bij de dokter in het SFG. Dat wordt dus eerst een uurtje in de wachtkamer. Tussen allemaal andere patiënten. En uiteraard zit er weer zo’n kletsdame tussen die haar hele hebben en houwen over de wachtkamer moet uitspreken. “Heb jij geen leven?” zou je bijna willen zeggen, maar misschien heeft ze dat voor haar gevoel ook niet. Haar dochter praat maar een beetje met haar mee. Volgens mij luistert ze maar half. Gelukkig, ze is mag naar de arts. Even later wordt ik ook op het matje geroepen. Vandaag bij dr. Zuetenhorst. Ze vraagt hoe het gaat en neemt de uitslagen met me door. Er valt nog niet veel te zeggen. Ze weten ook nog niet of het aanslaat. Wel zie ik dat mijn eiwitgehalte niet daalt, maar zelfs oploopt. Dat had ik al gelezen, dat kan voorkomen. De volgende keer graag naar beneden. Dr. Suetenhorst legt nog even uit dat ze nu één op één met de artsen van het Erasmus en de Daniël de Hoed-kliniek heeft gesproken en het er over eens zijn dat deze kuur het beste voor mij is. Daar gaan we dan maar vanuit. Zij zullen het wel weten. Zelf heb ik nog vragen. Mijn spierpijn. Daar krijg ik pillen voor. En pillen voor die pillen, want ze slaan op je maag. Jippie. Verder wat te doen aan de gevoelloze vingertoppen. De dosis vincristine kan verlaagd worden, maar ze wil het nog even aankijken. Maar ik moet het wel in de gaten houden. Het focussen van de ogen dat ik soms heb is te wijten aan de prednison. Deze zorgt voor de verandering in de oogbolling, waardoor het oog steeds moet bijstellen. Weinig aan te doen. Prednison hoort bij de kuur en eruit halen is geen optie. De dokter vertelt me tenslotte dat na de volgende chemokuur gekeken gaat worden of het aanslaat. Spannend.